Ruben & Charlotte - Thailand & Laos

Jack Sparrow, de dodo en Big Daddy

Na de eerste nacht, een nacht waarin we zo'n 11 uur hebben geslapen, ontbeten we op ons balkonnetje met uitzicht op wat tropische bomen waar allerlei mooie, felgekleurde vogeltjes in zaten. Die wisten ons (en vooral ons brood) snel te vinden. Brutaal als ze waren kwamen ze op de rand van het balkon zitten om stukjes brood weg te pikken. Na dit gezamenlijke ontbijt gingen we met de bus naar Port Louis, de hoofdstad. Daar was het druk en warm. Er waren niet veel bijzonderheden om te zien maar wel leuk om even rondgelopen te hebben. Vanwege het feit dat er een hoop mensen uit India op Mauritius wonen vind je er ook veel Indiaas eten (oh yeah). In een klein winkeltje in een van de drukke straten van Port Louis kochten we Indiase snoepjes/koekjes. Heerlijk! Op straat kochten we bij een kraampje dholl puri, een soort wrap met daarin linzen. Ook heerlijk! Daarna weer terug naar Mont Choisy, waar we de middag aan het strand doorbrachten. De volgende ochtend was het stralend weer dus we begaven ons direct naar het strand in een plaatsje verderop. Daar zagen we wat heerlijke strandbedjes, die van een hotel bleken te zijn. Ik zei tegen het hotel mannetje dat we rustig konden betalen voor het bedje en daar had hij wel oren naar. We moesten wel de hotel handdoeken gebruiken anders viel het op. En als er een collega van hem langs kwam dan moesten we zeggen dat we in dat hotel verbleven. Prima joh, zolang we maar op die bedjes kunnen liggen! Na enige tijd kwam er iemand langs die ons boot tripjes probeerde aan te smeren. Daar had ik weinig behoefte aan maar toen hij zei dat we met een privé bootje op pad konden om met schildpadden te zwemmen werd ik enthousiast. Meteen geregeld en zo zaten we even later in het bootje. Het was niet ver varen voordat we de eerste schildpadden tegen kwamen. We gingen het water in en ze zwommen zo dichtbij dat je ze kon aanraken. Ze waren vrij groot terwijl het volgens het boot mannetje, die zichzelf captain Jack Sparrow noemde, baby's waren. Soms kwamen ze met hun koppen boven het water. Erg bijzonder. Daarna nog een stukje verder gevaren om opnieuw het water in te gaan. Het leek wel alsof je in een aquarium zwom. Honderden visjes, vooral blauwe met strepen, maar ook zwart met geel, zwommen overal om ons heen. De zon scheen dus de stralen kwamen door het water heen wat het een schitterend geheel maakte. Daarna weer terug naar het strand waar we verrast werden door een paar regendruppels. We gingen lekker de zee in en al gauw werd het weer droog. 'S middag gegeten bij ons eigen strand. Op de stranden staan diverse eettentjes en we kozen er een uit tussen de mensen die muziek maakten en tussen de bomen speelden. Het is zondag dus de lokale bevolking gaat naar het strand. Het is er reuze gezellig.

Vanaf maandag hadden we voor 3 dagen een auto gehuurd dus we gingen meteen op pad. We reden ruim een uur tot we bij het Black River Gorges national park kwamen. Daar had ik een wandelroute van zo'n 3 uur uitgestippeld maar onderweg er naar toe begon het steeds harder te regenen. Aangekomen bij de start regende het op z'n hardst. Even gewacht maar toch besloten om niet te gaan. Safety first. Dan maar doorgereden naar 2 watervallen en een uitzichtpunt. Het klaarde daar weer wat op dus alsnog veel moois gezien. Sowieso was het leuk om over het eiland te rijden, langs de uitgestrekte suikerriet velden, door kleine dorpjes en met uitzicht op de bergen. Terug bij het hotel was het prima weer dus nog even lekker bij het zwembad gelegen. Op dinsdag zijn we eerst naar een bazaar geweest, waar opdringerige verkopers je wat proberen aan te smeren. Men spreekt hier Frans dus overal hoor je: Bonjour madame, bonjour monsieur. We reden door naar de botanische tuinen in Pamplemousses. Hier bewonderden we onder meer gigantische waterlelies. Daarna door naar de oostkust van het eiland waar we Ile aux Aigrettes bezochten, een klein eilandje zo'n 850 meter uit de kust. Het was zonnig en het water kristalhelder. Het zag er schitterend uit. Met een speedboat kwamen we op het eilandje waar je alleen met een gids mag rondlopen. Er zijn veel bedreigde bomen, planten en vogels te zien. Op het eilandje probeert men zo veel mogelijk daarvan in leven te houden. Ook is er in het informatiecentrum een bronzen kop van een Dodo te zien. Deze vogel is al lang geleden uitgestorven, door toedoen van de Nederlanders. Eerst maakten ze de Dodo af om te eten, later voor het plezier. Ook is er een aantal mee naar Nederland genomen. Deze rare vogel (vandaar de naam) is vaak getekend in de tijd dat ie nog bestond, vandaar dat men wel ongeveer weet hoe hij er uit zag. De exacte kleur is echter niet bekend. De gids gaf veel boeiende informatie maar het hoogtepunt was toch wel de 2 reuze schildpadden die we tegen kwamen. Die lopen vrij rond op het eiland en er zijn er 25 van. We kwamen ook de oudste tegen, Big Daddy. 105 jaar oud en 200 kilo zwaar. Wat een gigantisch beest, heel bijzonder. Je snapt natuurlijk wel dat op zo'n eiland ook allerlei ongewenste beestjes leven. Ik had daarom een lange broek aangetrokken (ja dat was snoeiheet) en liters Deet op m'n armen gesmeerd. Ik had tot dat moment zo'n 15 muggenbulten te pakken dus ik vond het wel weer leuk geweest. Mijn herinnering aan de Cu Chi tunnels in Vietnam is nog heel levendig. Om te voorkomen dat ik weer zo'n 30 muggenbulten in een middagje zou krijgen was dit dus mijn plan van aanpak. En het werkte; met slechts 1 muggenbult op m'n schouder erbij kon ik het eiland weer af. Omdat het water er zo heerlijk uitzag reden we een stukje verderop naar het strand waar we even lekker de zee in geweest zijn om af te koelen. Het was een of andere nationale feestdag (alweer) dus het was lekker druk op het strand. 

De dag erna op tijd uit bed om ons naar het zuid westelijke puntje van Mauritius te begeven. Hier staat Le Morne Brabant, een imposante berg van 556 meter hoog. Via een hobbelig paadje reden we naar een kleine parkeerplaats waar de route begon. Hier waren we op 0 meter hoogte want het begin is direct aan de zee gelegen. De eerste helft van de route was goed te doen, een mooi pad tussen wat bomen. Al gauw stroomde het zweet van m'n hoofd want het was snikheet, zeker zo'n 35 graden. Op ongeveer de helft (waar we verrassend snel waren) stond een bordje dat alleen ervaren klimmers door mochten gaan. Nou ben ik een echte berggeit, net als m'n moeder, en heb ik al heel wat bergen beklommen in het regenachtige Oostenrijk, maar Ruben had nog nooit op de top van een berg gestaan. Toch gingen we zonder twijfel verder. De begroeiing werd minder en al gauw liepen we in de brandende zon. Het paadje werd smaller en steiler en de grond met boomstronken maakte plaats voor steeds meer stenen en rotsen. Op enig moment werd het echt steil. Met handen en voeten baanden we onze weg naar boven. De hitte maakte dat lastig omdat de stenen gloeiend heet waren en je die dus niet lang kon vasthouden, terwijl dat wel echt nodig was. Ik hield mezelf voor dat het vast maar een klein stukje was en dat we zo weer normaal konden lopen, niet wetende dat het tot de top zo door zou gaan. Af en toe kwamen we mensen tegen die al op de terugweg waren. Ze verzekerden ons dat het de moeite waard was. Een aantal momenten dacht ik; laten we stoppen, we moeten ook nog terug en Ruben heeft dit nog nooit gedaan. Ons water ging ook behoorlijk snel op en de zon brandde maar door. De afgrond werd steeds dieper en op diverse punten was er bijna niks om ons heen en keken we meters naar beneden. Toch wilden we niet opgeven nu we al zo ver waren gekomen. Steeds gingen we toch een stukje door in de hoop om het hoekje de top te zien. Het werd er niet makkelijker op, eigenlijk alleen maar moeilijker, met stukken waar je echt moest zoeken naar plekken om je voeten neer te kunnen zetten. Ik zet nog een stap omhoog en ineens is daar het kruis! Ja, we zijn er!! Een blije Chinees die daar al stond riep: congratulations! Wat een ontlading om er eindelijk te zijn en wat een uitzicht! We keken op de kust en de zee met aan de andere kant bergen. Van bovenaf kan je pas echt goed zien hoe helder het zeewater is. Schitterend. Een minuut of 15 hebben we daar, samen met de Chinees en nog een gast die Le Morne voor de tweede keer had beklommen, bij het kruis staan genieten van dit fantastische uitzicht. Meer dan de moeite waard. Het kruis symboliseert niet alleen de top van de berg maar is ook een herinnering aan de vele slaven die zijn omgekomen op die berg. Zij verstopten zich in grotten. Op 1 februari 1853 werd de slavernij afgeschaft. De politie begaf zich naar de berg om aan de slaven mee te delen dat de slavernij was afgeschaft en dat ze dus vrij waren, niet meer bang hoefden te zijn en uit de grotten konden komen. De slaven zagen echter alleen maar politie de berg naderen en dachten dat ze kwamen om hen op te pakken. Bang als ze waren sprongen ze massaal van de berg af, de dood tegemoet. De boodschap dat ze vrij waren heeft hen nooit bereikt. Het kruis bovenop herdenkt deze omgekomen mensen. Na even bij het kruis te hebben gestaan en van het uitzicht genoten te hebben besloten we weer terug naar beneden te gaan. Dit ging boven verwachting goed en vrij vlot. Na 3,5 uur kwamen we moe, bezweet, zonder water maar voldaan weer terug bij de auto. Terug naar het hotel waar we de auto na 3 dagen en meer dan 500 kilometers weer inleverden. 

Voor het resterende deel van de vakantie stond er niets anders op de planning dan chillen bij het strand en het zwembad. En dat is goed gelukt, afgezien van het feit dat we beiden flink verbrand zijn. En dat terwijl ik me zo braaf had ingesmeerd de hele week. 

De hele week werd al gesproken over een cycloon die het eiland Rodriquez (onderdeel van de republiek Mauritius) reeds bereikt had, maar die Mauritius waarschijnlijk op veilige afstand zou passeren. Op de dag van vertrek hoorden we 's ochtends in de taxi dat de cycloon van richting was veranderd en dat ie diezelfde dag nog zou aankomen op Mauritius. Hoogste tijd dus om te vertrekken! We hebben genoten van onze vakantie op dit tropische eiland. Dit eiland waar ze Frans spreken, maar ook prima Engels. Waar de Nederlanders lang geleden meer kwaad dan goed hebben gedaan. Waar ze links rijden en rotondes op de snelweg hebben. En tot slot, waar ze schitterende stranden met kristalhelder zeewater hebben. Thoroughly enjoyed this holiday! Oh, and guess what; op de terugweg hadden we weer een extra stoeltje in het vliegtuig!

Van 0 naar 30 graden

De week begon met 3 drukke dagen op het werk, niet alleen voor mij maar zeker ook voor Ruben, die tot 3 uur in de nacht moest strooien van woensdag op donderdag. En donderdag was het dan weer zo ver, tijd om de koffer in te pakken. Koffer? Ja ik neem een koffer mee in plaats van m'n backpack. Toch weer ff wat anders maar lekker wel die ruimte. Hoewel ik alle vakjes in m'n backpack ook erg waardeer. Goed, koffer ingepakt dus. Ik had natuurlijk bijna alles al wel klaar liggen maar het moest de koffer nog in. Alles paste (ik heb kleding voor minimaal 3 weken bij me terwijl we 1 week gaan) en met ruim 15 kilo schoon aan de haak vertrokken we met de auto naar Schiphol. Daar verliep alles soepeltjes en met slechts een half uurtje vertraging stegen we op;weg uit het met sneeuw bedekte Nederland, op naar Mauritius. Een vlucht van zo'n 11 uur. Het is bijna 10.000 kilometer vliegen. Als een van de eersten namen we plaats op onze stoelen. Het vliegtuig heeft een 3-3-3 indeling en het ene stoeltje naast ons bleef een tijd leeg. We hoopten vurig dat ie leeg zou blijven zodat wij dan wat extra ruimte zouden hebben. Er ontstond even wat discussie met een mevrouw in het rijtje naast ons die kennelijk een eind bij haar man vandaan zat. Ze keken steeds naar 'ons' stoeltje maar uiteindelijk ging de meneer braaf op z'n plek zitten en zo bleef de stoel leeg. Heerlijk die extra ruimte om je zooi neer te leggen (of m'n benen). We werden door KLM weer voorzien van prima eten en drinken en met een filpmje er bij kwamen wij de eerste uurtjes wel door. Daarna geprobeerd te slapen maar dat lukte maar matig. Na een vliegtuigontbijtje stonden we rond 7 uur lokale tijd weer aan de grond. Het eiland ziet er prachtig uit, veel groen. Het taxi mannetje stond al te wachten en in een klein uurtje reden we naar ons hotel. Nadat we de koffers hadden uitgepakt zijn we naar de dichtstbijzijnde ATM gelopen om de eerste Mauritiaanse roepies in onze portemonnee te kunnen stoppen. 1 euro is zo'n 40 roepie dus grote bedragen gepind. We namen de bus naar Grand Baie om daar bij een enorme supermarkt wat boodschappen te doen. Totale chaos daar. Daarna terug naar ons hotel om tot de conclusie te komen dat we wel genoeg gedaan hadden voor de eerste dag. Nu liggen we dan ook heerlijk op een bedje in de zon met aan de ene kant het zwembad en de andere kant de zee, 30 graden, in m'n hand een cocktailtje met Mauritiaanse rum, let's enjoy life! Oh ja, have fun in de sneeuw.

Zon, zee, strand... of toch niet?

Vietnam lijkt nog maar zo kort geleden en de volgende vakantie staat alweer voor de deur. Dit keer niet naar mijn zo geliefde zuid-oost Azië, nee we zoeken het wat zuidelijker van de evenaar en wat minder ver in tijdzones; Mauritius. Zo’n 1800 km ten oosten van het Afrikaanse vasteland ligt in de Indische oceaan het mooie Mauritius. Na lang wikken en wegen verkozen we Mauritius boven de Seychellen en Zanzibar, met name vanwege de veelzijdigheid. We gaan niet enkel vanwege de hagelwitte stranden en het glasheldere zeewater naar dit eiland, maar ook voor de cultuur, de natuur en het eten. Want behalve zonnebaden aan het strand trekken we er ook weer op uit om al het moois van dit eiland te ontdekken (en Ruben maar denken dat we de hele week aan het strand gaan liggen HAHAHA).

Mauritius kent een deels Nederlandse geschiedenis. De Nederlanders waren de eersten die zich vestigden op Mauritius. Het eiland is dan ook vernoemd naar stadhouder Maurits huppeldepup. Zowel de Nederlanders, als de Fransen en de Britten die erna kwamen, haalden slaven van het vasteland van Afrika en uit Azië, met name India en China. De huidige bevolking is dan ook een mix hiervan. Overigens werd de slavernij op 1 februari 1835 afgeschaft. Deze dag wordt jaarlijks nog gevierd. Op deze nationale feestdag komen wij aan op Mauritius.

Wij verblijven ruim een week in een hotelletje direct aan de zee in het rustige Mont Choisy, gelegen in het noordwesten. Vlakbij ligt het toeristische Grand Baie, wat ooit door de Nederlanders de Bocht Zonder Eynt genoemd werd, en ook de hoofdstad Port Louis is niet ver weg. We huren 3 dagen een auto om ook de andere delen van het eiland te verkennen. Terwijl de rest van Nederland wegkwijnt in een horrorwinter vertoeven wij in het zonnige Mauritius, waar de gemiddelde temperatuur zo tegen de 30 graden is. Can’t wait!

Tạm biệt

Van het gezellige Hoi An naar het grote en drukke Ho Chi Minh City. Deze stad heette ooit Saigon en zo wordt het doorgaans nog steeds genoemd. De naam is in 1976 veranderd, nadat Noord-Vietnam de stad had ingenomen. Als eerbetoon aan Ho Chi Minh, die inmiddels een paar jaar dood was, werd de stad toen naar hem vernoemd. Het is hier anders druk dan in Hanoi. De wegen zijn hier breder en er zijn veel hoge, moderne gebouwen. Men toetert hier wat minder dan in Hanoi, maar de stroom aan scooters gaat ook hier onverminderd door. De reden dat zoveel mensen op een scooter rijden is niet alleen dat het sneller is in de verkeerschaos, maar ook dat het voor veel Vietnamezen simpelweg onmogelijk is om een auto te kopen, financieel gezien. De belasting op een auto is 150 a 200 %. Onze kennismaking met het verkeer in Saigon begon met een taxirit. Nadat we met het vliegtuig waren aangekomen in Saigon werden we dit keer wél opgehaald door een mannetje van het hotel. Hij stond keurig bij de uitgang te wachten. Ons hotel bevindt zich redelijk centraal in de stad. Toch merk je weinig van de drukte omdat we in een klein zijstraatje zitten waar geen verkeer door heen kan. We zijn gelijk op pad gegaan om de stad te verkennen. Hoewel we van het vrouwtje van het hotel in Hoi An ‘s ochtends vroeg een broodje met jam en een banaan hadden meegekregen hadden we toch honger en we ontbeten daarom voor de 2e keer die ochtend, bij de McDonalds. Ja, dat soort ketens vindt je dus in deze stad. Ook de KFC, Burger King, Pizza Hut, Starbucks etc vindt je hier. Zo ook de 7 Eleven, waar ik vol verwachting naar binnen liep in de hoop er de waanzinnig lekkere tosti’s te vinden die ze in Thailand verkopen, maar helaas.. Na ons ontbijt doorgelopen naar een grote overdekte markt, waar ze kleding, eten en souvenirs verkopen. Daar kon ik mijn afding-skills weer even testen. Bargain hard, zei de Lonely Planet. Het is altijd weer even aftasten wat de beste tactiek is en een aantal keer werd ik weg gestuurd met de woorden: don’t come back! Maakt niet uit, wat jij verkoopt verkopen 10 anderen hier ook. Uiteindelijk is het aardig gelukt om een aantal souvenirs voor een klein prijsje te scoren. Na de markt langs een massage-salon gegaan, waar een voet massage heerlijk ontspannend was. De avond hebben we doorgebracht aan een drukke straat met veel bars en keiharde muziek. Gegeten, gedronken en waterpijp gerookt. De volgende dag vroeg op voor een tour naar de Mekong Delta. Met een boot verkenden we de rivier, waarbij we een kleine floating market passeerden waar we een paar mini bananen kochten. We voeren door naar een eilandje waar we konden zien hoe rijstvellen, die ze gebruiken voor loempia’s, kokos snoep en soort popcorn worden gemaakt. Erg leuk om te zien en ook wat geproefd natuurlijk. Door naar een ander eilandje waar we wat tropisch fruit kregen. Ook roeiden we nog een stukje in een kleiner bootje. Na de lunch nog een stukje gefietst en daarna weer terug naar de boot die ons bij de bus afzette waarmee we terug naar de stad werden gebracht.

De dag er na bezochten we de bekende Cu Chi tunnels. Tijdens de Vietnam oorlog gebruikten de Vietnamezen een tunnelnetwerk om niet gevonden te worden door de Amerikanen. Ze bouwden rond Saigon zo'n 250 kilometer aan tunnels. Dit netwerk bestond uit verschillende lagen en er waren ook diverse kamers in gebouwd, om te slapen, te koken, gewonden te verzorgen enz. Enorm ingenieus hoe een en ander bedacht en uitgevoerd werd. Zo werden de verschillende tunnels en kamers steeds van elkaar afgesloten zodat chemische aanvallen van de Amerikanen, zoals met napalm, slecht een klein deel van de tunnels aantastte en niet het hele netwerk. De tunnels waren zo klein en smal dat het voor de Amerikanen eigenlijk niet mogelijk was om er in te gaan. Nadat de Amerikanen de tunnels ontdekt hadden lieten ze honden, veelal Duitse herders, naar Vietnam komen om hen de tunnels in te sturen. De Vietnamezen verzonnen vervolgens trucjes om de honden op een dwaalspoor te zetten. Zo legden ze kleding van de Amerikanen bij de ingangen van tunnels en wasten ze zich met Amerikaanse zeep zodat de honden dachten dat er Amerikanen waren, in plaats van Vietnamezen. De tunnels zijn tegenwoordig op 2 plekken te bezoeken door toeristen. De plek die het makkelijkst te bereiken is vanuit Saigon is behoorlijk toeristisch. Wij kozen dan ook voor de andere plek. Met een local gingen we op pad. Hij bracht ons eerst naar een dorpje om te laten zien hoe de Vietnamezen leefden tijdens de oorlog. Daarna gingen we naar de tunnels. De eerste tunnel had een vrij brede opening met een trapje. Zodra je echter beneden was moest je jezelf in de meest benarde houding wurmen om de tunnel door te kunnen. Volledig gebukt of op handen en voeten kropen we door de tunnel. Het was er heet en pikdonker. Het idee dat deze mensen hier langere tijd in leefden tijdens de oorlog is benauwend. Wel gaf het een soort veilig gevoel, zo onder de grond. We gingen nog een tunnel in met een smalle ingang. Ook deze was weer heel donker en heet. Achter elkaar kropen we er door heen en via een smal gat kwamen we de grond weer uit. En dan te bedenken dat deze tunnels zelfs iets verbreed zijn zodat toeristen er door heen kunnen. We kregen ook nog diverse bommen en vallen te zien die gebruikt zijn tijdens de oorlog. We passeerden ondertussen een aantal kraters, veroorzaakt door Amerikaanse bommen die veel van Vietnam vernield hebben. Ik vroeg de gids of de Vietnamezen tegenwoordig nog een hekel hebben aan de Amerikanen. De oorlog heeft immers niet heel lang geleden plaatsgevonden en ook nu nog ondervindt men hier de gevolgen ervan. Zo liggen er nog veel landmijnen, groeit er op sommige plekken niks en er worden nog steeds baby's geboren met afwijkingen. Tot in de derde generatie gaat dat door. Hij zei dat hij geen hekel kon hebben aan de Amerikanen. Degenen die nu leven kunnen niks aan doen aan wat er toen gebeurd is. We hebben ze vergeven zei hij, maar vergeten doen we het niet. Al met al werd het een leerzame en indrukwekkende ochtend. Blij dat we voor het niet toeristische deel hadden kozen. Het was er echt niet druk en we konden alles op ons gemak bekijken en ervaren. Enige minpunt: de muggen. Ik zag ze gewoon op m'n benen en armen zitten maar als ik ze er af sloeg was het al te laat. Binnen een minuut zat er een dikke bult. De anderen hadden nergens last van. Je hebt goed bloed, zei de gids. De volgende ochtend even geïnventariseerd en wat bleek; wel geteld 30 muggenbulten. Die dag hebben we in de ochtend rustig aan gedaan, nog even wat gescoord op de markt en vervolgens weer op pad naar de volgende en meteen de laatste bestemming. Vung Tau, zo'n 2 uur rijden van Saigon. Hier gaan we heen om de laatste dagen te chillen aan het strand.

Vung Tau blijkt een rustig stadje waar ze weinig toeristen zien, zo verklappen de nieuwsgierige blikken van de Vietnamezen. In de weekenden is het hier druk, dan gaan de Ho Chi Minh-ers hier lekker naar de zee. Door de week is het er rustig en zo kunnen we op onze eerste dag hier heerlijk relaxed aan het strand liggen. Aan het begin van de middag wordt onze strand dag ruw verstoord door een hevige regenbui. Het is hier immers regenseizoen. Lang duurt zo'n bui niet, maar het wordt wel heel donker en het gaat waaien. De rest van de dag hebben we weinig gedaan. Echt top voelden we ons ook niet. Niet ziek, maar wel zwak en misselijk. Verkouden, hoesten, niezen enz. Of het door een regenbui, te veel airco of iets anders komt weten we niet, maar we hebben er allemaal last van. Dag er na toch maar de scooter gepakt om Vung Tau verder te ontdekken, wat zeker de moeite waard bleek. Een mooi stuk langs de kust gereden en omhoog naar de vuurtoren, van waar je een mooi uitzicht had. Ook staat er op een berg een Christus-beeld, net zo eentje als de bekende in Rio, waar we naar toe wilden. Lopend zou dat aardig wat inspanningen kosten en ik had gelezen dat je via een bumpy road ook met de scooter naar boven kon. Dat laat ik me geen 2 keer zeggen. Weggetje gevonden, was inderdaad bumpy, maar het leek zeker de goede kant op te gaan. Enige tegenvaller was dat de sleutel van Rubens scooter op enig moment kwijt was, terwijl de scooter nog reed. Ja dat kan hier in Vietnam. Bumpy road weer terug dus, op zoek naar de sleutel. Bijna onderaan de sleutel weer gevonden, die er kennelijk door alle hobbels uitgevallen was. Weer terug naar boven, waar het weggetje steeds smaller werd. Een vrouwtje dat we tegenkwamen schudde hevig 'nee', maar wij reden door. Tot we niet verder konden. Want het weggetje werd versperd door een rood-wit hek. Man, wat waren we dichtbij, maar we konden echt niet verder. Alle moeite voor niks geweest en zo keerden we onverrichter zake weer terug via het hobbelige weggetje. Dan toch maar overwegen om het lopend te doen... 'S middags nog even op het strand geweest, daarvoor zijn we hier immers, en weer vroeg naar bed, want echt jofel voelen we ons nog niet. De volgende dag dan toch maar op pad om het Christus-beeld te bezoeken. 811 traptreden omhoog en dan kwam je bij de ingang. Daar moesten de schoenen uit, tassen mochten niet mee naar binnen en je lichaam moest bedekt zijn. We liepen op de wit marmeren trappen naar boven, waar het steeds smaller werd. Bovenin kwam je uit in de armen van het beeld. Het uitzicht was adembenemend! 360 graden uitzicht over de zee en de stad. Toch was het een beetje eng daar bovenin en je kon ook maar net met z'n 2en daar staan. Blij dat we dit toch lopend zijn gaan doen want het was de moeite zeker waard!

Vrijdag; we rijden weer terug naar Saigon, waar we in een hotel vlak bij het vliegveld slapen, want morgenochtend vliegen we weer terug naar huis! Dan zit het er al weer op, 3 weken Vietnam. Ik heb genoten van dit bijzondere land, waar de oorlog met Amerika pas in 1975 tot een einde kwam en de oorlog met Cambodja in 1989. Nog geen 30 jaar geleden. Pas sinds 1991 heeft Vietnam de grenzen geopend voor toeristen en de eerste Amerikaanse commerciële vlucht landde in 2004 in Saigon. Je merkt hier wel dat men iets minder toegankelijk is dan in bijvoorbeeld Thailand, waar het toerisme al veel eerder in opkomst kwam. Van de oorlog zie je niet heel veel terug als je door het land reist, in tegenstelling tot Cambodja, waar je er bijna dagelijks mee geconfronteerd wordt en waar overigens meer armoede is en de economische ontwikkeling een stuk trager gaat dan hier in Vietnam. Dit land, met haar enigszins terughoudende maar toch wel vriendelijke bevolking, is een prima vakantiebestemming; natuur, stad, strand, cultuur en lekker eten! Het kenmerkende straatbeeld - scooters overal waar je kijkt, straatverkopers, mensen met strohoedjes en mondkapjes, afval op straat en laaghangende elektriciteitsdraden - zal nog wel even op m'n netvlies blijven staan. Wat ik niet ga missen: muggen(bulten), expliciet vragen om hete koffie omdat je anders ijskoffie krijgt en je toiletpapier in een prullenbakje gooien omdat het toilet anders verstopt raakt. I had a blast! C?m ?n và t?m bi?t!

Scooters en bootjes

In de prachtige Ninh Binh provincie begonnen we met het maken van een boottocht. Vlakbij onze homestay konden we een bootje huren met een mannetje erbij die ons 2 uur lang de rivier over roeide. En dat roeien deden ze niet met hun handen maar met hun voeten. Ziet er bijzonder uit maar is heel effectief. We voeren tussen prachtige groene bergen door en passeerden daarbij 3 grotten. Daar gingen we met het bootje onderdoor, waarbij je soms moest bukken om te voorkomen dat je je hoofd zou stoten. Na de boottocht huurden we scooters en reden we naar Hang Mua. Maar liefst 500 traptreden moesten we omhoog klimmen om te kunnen genieten van een schitterend uitzicht. Het was bloedheet dus het zweet droop al gauw van je hele lijf af. Maar het was het waard. We zijn ook nog naar een pagoda gereden waar een grot bij was met vleermuizen. Ondertussen was het ons opgevallen dat je bij elke bezienswaardigheid je scooter op een scooter-parkeerplaats kon parkeren, waar je natuurlijk voor moest betalen. Na dat een aantal keer meegemaakt te hebben bedachten we dat we evengoed de scooter in de berm konden parkeren. Er staan immers overal scooters geparkeerd. Dat werd dan ook onze handelswijze, tot groot ongenoegen van de Vietnamezen die je zo'n parkeerplaats op probeerden te krijgen. De volgende dag huurden we de scooters ook nog en toen zijn we naar Hoa Lu gereden, dat lang geleden de hoofdstad was. Daar is nu niet veel van over en het was weinig bijzonder. Daarna nog een pagoda bekeken van afstand. Je kon er wel heen lopen maar je wordt vrij lui als je een scooter ter beschikking hebt. Vervolgens wilden we nog naar een floating village maar die hebben we nooit gevonden. Wel lekker rond gereden in de omgeving, prachtig. Ondertussen brandde de zon goed. En zo op de scooter in shirtje en korte broek; lekker verbranden. Daar viel niet tegen aan te smeren. 'S avonds de nachttrein genomen naar Hue. Met z'n vieren hadden we een cabine. Om 12 uur 's nachts was Danja jarig, dus dat vierden we met een meegenomen flesje cider en een bus Pringles. Ondertussen waren de eerste kakkerlakken in onze cabine al gespot. Niettemin vrij goed geslapen. 'S ochtends kwamen we dan ook fris en fruitig aan in Hue, na in de trein nog genoten te hebben van ons meegenomen ontbijtje; een broodje met ongeveer 3 krenten (is de naam krentenbol niet waard), een appel en een pakje yoki-achtig spul. Taxi genomen naar het hotel en op zoek gegaan naar een winkeltje waar ze taarten verkopen om Danja's verjaardag te vieren. Het was even zoeken maar daarna gesmuld! Vervolgens weer een scooter gehuurd en op pad gegaan. Iedere toerist in Hue bezoekt de citadel. Wij niet. Wij gingen op zoek naar een verlaten waterpark. De bouw van dit enorme waterpark begon zo'n 15 jaar geleden. Het is nooit afgemaakt, maar wel korte tijd open geweest. Het heeft veel geld gekost maar is nooit geworden wat de bedenkers ervan in gedachten hadden toen ze begonnen. Nadat het park gesloten was en de bouw gestaakt is er niets meer aan gedaan. Daardoor is het nu een door bomen en struiken overwoekerd geheel, wat een beetje griezelig aan doet. Te meer nu er een aantal krokodillen heeft geleefd. In een inmiddels leegstaand bassin waar schijnbaar een fontein show is geweest zouden de krokodillen hebben huisgehouden. Nu het park echter nog met regelmaat bezocht werd is op enig moment besloten de krokodillen weg te halen. De gedachte er aan is echter wel een beetje creepy als je er rond loopt. De hoofdingang van het park hadden we snel gevonden maar daar mocht je niet in. We hadden al gelezen op internet dat er ergens een zij-ingang moest zijn waar je toch naar binnen kon. Ondertussen troffen we 3 hippie-achtige Nederlanders, eveneens op scooters, die ook naar binnen wilden. Gezamenlijk maar op zoek gegaan dus naar een weggetje dat ons toegang tot het park zou verschaffen. Na een tijdje gezocht en rond gereden te hebben viel het ons op dat er een mannetje in een blauw pakkie steeds achter ons aan reed. Op een gegeven moment stuurde hij ons weg. Wij wilden echter per se dat waterpark in en de andere jongens ook. Zij bedachten dat de man misschien wel gevoelig was voor wat geld. Ze boden hem wat aan en na eerst hardnekkig te weigeren ging hij na enige tijd toch overstag. Wij trokken dan ook maar onze portemonnee en na het omkopen van dit ambtenaartje (zo'n 1,50 euro was genoeg) mochten we verder, maar we mochten nergens op klimmen, nergens op tekenen en niet roken. Zo vervolgden we onze zoektocht. Dat verliep echter niet helemaal soepel en op een gegeven moment waren we een behoorlijk stuk het bos in gereden, waar we via stijle smalle paadjes met onze scooters door manoeuvreerden. Toen we maar steeds niks tegen kwamen zijn we weer omgedraaid en gelukkig de goede weg nog gevonden. Zo kwamen we aan bij een drietal glijbanen dat uitkwam in een zwembad. Even verderop was een enorme draak. Je kon via een trap in de bek van de draak komen en vanaf daar kon je ver kijken. Met wat inbeeldingsvermogen was het best voor te stellen dat dit een waanzinnig waterpark had kunnen worden. In de draak was ooit ook een aqarium, waar nu slechts een hoop glasscherven van over waren. Al met al was dit een heel bijzondere plek! Terug naar de stad gereden waar we 's avonds heerlijk hebben gegeten en een cocktail hebben gedronken, het was immers nog steeds Danja's verjaardag. Tijdens het eten kwamen we het Nederlandse gezin weer tegen dat we op de boot in Halong Bay hadden ontmoet. Die waren we in Ninh Binh ook al tegen gekomen. Toevallig..

De dag er na begonnen we aan onze rit van Hue naar Hoi An. Dit keer rijden we zelf, op de scooter natuurlijk. We huurden voor 2 dagen een scooter en lieten de backpacks naar het hotel in Hoi An brengen. Ik had een route uitgestippeld en die bleek fantastisch! Door kleine dorpjes, langs rijstvelden, meren en bergen. Smalle weggetjes wisselden bredere wegen af, waar je lekker hard kon rijden. Deze scooters kennen geen begrenzing. Even getest natuurlijk; bij 100 km per uur vonden we het wel welletjes. Onderweg gestopt bij de Elephant Springs, waar we lekker in helder water hebben gezwommen. Na ongeveer 100 kilometer gereden te hebben zijn we gestopt in Lang Co, een plaatsje aan de zee. Er viel betrekkelijk weinig te beleven. We boekten een matig hotel en aten bij een tentje met plastic stoeltjes waar we voor 8 euro nog wat 4 borden eten en 4 blikjes drinken kochten. Daarna dronken we nog een biertje aan het strand tussen de Vietnamezen.

De volgende dag begonnen we aan het beste deel van de rit: de Hai Van pas. Op deze pas is het niet heel druk, want er loopt ook een tunnel onder de berg door. De tunnel is verboden voor scooters, dus op de pas zie je met name scooters en ook wat busjes met toeristen. Ondanks dat het weer niet geweldig was heb ik enorm genoten van de haardspeldbochten, de uitzichten op de zee, het strand en de bergen. Een koe hier en daar langs de weg. Het was prachtig! Daarna doorgereden naar Danang en daar de Monkey Mountain opgereden. Dit was een veel smallere en minder drukke weg dan de Hai Van pas, maar ook heel mooi. Het stuk omhoog was goed geasfalteerd maar na het hoogste punt werd dat wel anders. De bedoeling was om een rondje te maken en aan de andere kant van Danang weer uit te komen maar dat is niet helemaal gelukt. Er waren zo nu en dan punten waarop je een richting moest kiezen en dat is kennelijk ergens fout gegaan. Het gevolg was dat we die hele apenberg gezien hebben. De weggetjes werden steeds smaller en minder goed begaanbaar. Ondertussen regende het en hadden we onze poncho's aangetrokken. Google Maps gaf gelukkig wel aan waar we waren dus op die manier probeerden we steeds de goede richting op te gaan. Ruben stopte op enig moment even om een jasje aan te trekken en toen we daar zo even stil stonden maakte de berg zijn naam waar. We hoorden een hoop lawaai boven ons en toen we keken zagen we een enorme aap. Op zo'n 2 a 3 meter boven ons kwam het dier even polshoogte nemen. We schrokken er een beetje van maar gaaf was het wel. Op enig moment reed er een vrouwtje langs ons die vroeg waar we heen moesten en ze nam ons vervolgens op sleeptouw naar de grote weg en zo reden we Danang weer in. Daar hadden we afgesproken met Laurens en Danja, die niet mee de apenberg op waren maar een brug in Ba Na Hills hadden bekeken. Doorgereden naar Hoi An, waar we aan het eind van de middag aankwamen. Daar kwam, na ruim 240 kilometer, een einde aan onze scooter trip die we in Hue begonnen waren. Hoi An is een schattig stadje, met veel toeristen. Het centrum hangt vol met lampionnen en overal zijn restaurantjes en winkeltjes. De eerste hele dag hebben we rondgehangen in het stadje, spulletjes gekocht, massage genomen, de was laten doen. Even chillen dus. 'S avonds op de night market gegeten van de diverse street vendors die je er ziet. We aten heerlijk! Vanochtend hebben we een boottochtje gemaakt, waar we met de fiets naar toe gingen. Niet echt comfortabel in de hitte hier. Het bootje was wel leuk, een rond bamboe bootje. Ook nog een lunch gekregen daar. Na al dat fietsen waren we er wel weer klaar mee en nu liggen we dan ook heerlijk te chillen aan het strand. Morgen vroeg op om een binnenlandse vlucht naar Ho Chi Minh City te nemen. Het voelt een beetje alsof we dan naar het laatste deel van de vakantie gaan, maar hey, we hebben nog ruim een week te gaan! Saigon, here we come!

Gustave Eiffel, Ho Chi Minh en de dalende draak

Eerste dag Hanoi; wat een gekkenhuis hier. Overal scooters, getoeter, mensen, chaos. We zijn wat gaan rondlopen in het oude stadscentrum. Het is wel opletten geblazen met al dat verkeer, maar het went snel. Overal zijn winkeltjes, met kleding, bloemen, eten, elektronica etc. We zijn bij het Hoan Kiem-meer wezen kijken en daar ook maar meteen tickets gekocht voor het waterpoppentheater. Deze zeer bekende show in Hanoi wilden wij niet missen. Op het podium in een laag water werden allerlei scenes gespeeld met verschillende poppen, begeleid door Vietnamese muziek en wat zang en geklets. Ik vond het een leuke culturele ervaring maar mijn 3 reisgenoten hadden er moeite mee hun ogen open te houden. De dag sloten we af met een noodle soep op de hoek van de straat op plastic stoeltjes. Vroeg naar bed, want we hadden wat slaap in te halen.

De tweede en meteen ook de laatste dag in Hanoi hebben we veel gelopen. 18 kilometer in totaal. We hebben dan ook veel van de stad gezien. We begonnen bij de bekende Long Bien brug, ontworpen door Gustave Eiffel. De man heeft duidelijk beter zijn best gedaan bij het ontwerpen van de naar hem vernoemde toren in Parijs. Deze brug is in de Vietnam oorlog vaak gebombardeerd door de Amerikanen, omdat het een belangrijk onderdeel vormde van de infrastructuur in Hanoi. De Vietnamezen zorgden er echter voor dat deze strategische plek steeds weer snel hersteld werd. Nu rijdt er een trein over en aan beide zijden kunnen scooters rijden en kan je lopen. Vervolgens zijn we doorgelopen naar het Ho Chi Minh mausoleum, waar uncle Ho, zoals hij ook genoemd wordt, ligt opgebaard. Net zoiets als Lenin in Moskou. Ho Chi Minh, voormalig president vaan Noord-Vietnam, is voor veel Vietnamezen belangrijk, nu hij heeft gestreden voor een verenigd en onafhankelijk Vietnam. Helaas was het mausoleum al gesloten toen we er aan kwamen. Het is alleen in de ochtend een paar uurtjes open. Wel net de wisseling van de wacht kunnen zien. Ho Chi Minh wordt op dezelfde manier geconserveerd als Lenin. Hij wordt dan ook ieder jaar naar Rusland gebracht om een chemische behandeling te krijgen, waarna het lichaam er weer even tegen aan kan. Na het mislukte bezoek aan Ho Chi Minh hebben we een tempel en 2 meren gezien en wat gegeten en toen de taxi genomen naar 'train street'. Door dit smalle straatje loopt een treinrails waar 2 keer per dag een trein overheen gaat. Aan weerszijden zijn huizen. Als de trein langs komt zit er tussen de trein en de huizen ongeveer een meter ruimte. Heel smal dus. Leuke plek om foto's te maken en de trein voorbij te zien komen. Vervolgens zijn we doorgelopen naar de Hoa Lo gevangenis, althans wat daar van over is. Deze gevangenis bestaat al lang en is voor verschillende doeleinden gebruikt. In de tijd van de Franse overheersing in Vietnam werden er politieke gevangenen opgesloten. Tijdens de Vietnam oorlog werden er Amerikanen vastgehouden, bijvoorbeeld piloten die met hun vliegtuig uit de lucht waren geschoten en door de Vietnamezen uit het water werden gehaald. Door de Amerikanen werd de gevangenis Hanoi Hilton genoemd. Naast veel foto's en verhalen van gevangenen waren er ook nog cellen te zien en een guillotine. Interessant en indrukwekkend. 'S avonds werden we door een Vietnamese studente opgehaald bij het hotel die ons meenam naar diverse restaurantjes waar we typische Vietnamese gerechten konden eten. Dit waren restaurants waar we zelf niet zo snel naar binnen zouden lopen, maar het was heerlijk! Echt genoten van veel verschillende dingen. Propvol weer terug naar het hotel, om de volgende ochtend op tijd weer te vertrekken naar de volgende bestemming. Misschien wel de bekendste plek in Vietnam; Halong Bay.

Halong Bay is een baai, de naam zegt het al, die zo bijzonder is vanwege de puntige bergen die uit het water steken. Halong betekent 'dalende draak'. De baai heet zo omdat een legende vertelt dat er een draak uit de hemel kwam afdalen in het water, die wild met zijn staart ging bewegen, waardoor de puntige bergen zijn ontstaan. Goed verhaal. Er is natuurlijk ook een geologische uitleg over het ontstaan van de bergen maar die laat ik hier kortheidshalve maar achterwege. We hadden via het hotel in Hanoi een tour van 2 dagen geboekt, met overnachting op de boot. Over dat laatste waren we enigszins sceptisch maar eenmaal aangekomen op de boot resteerde niks dan enthousiasme. Wat een mooie boot. Mooie kamers. Jacuzzi. Zonnebedjes op het dek. Perfect. Met ongeveer 24 man totaal zaten we op de boot, waaronder een Nederlands gezin. We voeren door de baai en het was werkelijk schitterend. Niet in woorden uit te drukken of goed op de foto te krijgen. Het weer was ook perfect, zonnig met hier en daar een wolkje. In de middag zijn we gaan kajakken en hebben we in de zee gezwommen. Vervolgens lekker aan cocktails gegaan en op het dek in de zon gezeten. Ondertussen zijn we door gevaren naar de plek waar de boot in de nacht zou blijven liggen. Daar kregen we eerst een lesje loempia's maken en daarna een 5-gangen diner. Niet dat we veel honger hadden want bij de lunch hadden we ook al 5 gangen gekregen. Aan eten geen tekort. Veel seafood natuurlijk, zo op het water. Vis, garnalen, inktvis, oesters. Smaakte goed. 'S nachts ging het echter behoorlijk mis in mijn buik en zo werd het een nacht waar ik vaker op het toilet zat dan in bed lag. Je houdt er altijd rekening mee als je naar Azië gaat maar toch is het intens vervelend als je er last van krijgt. De volgende ochtend stond een lesje Tai Chi op de planning. Om half 7 werden we op het dek verwacht. Die heb ik na mijn zeer korte en beroerde nacht maar over geslagen. De rest deed wel mee en is later die ochtend ook nog een wandeling gaan maken naar een grot. Aan het eind van de ochtend meerden we weer aan en stond de taxi ons al op te wachten om ons naar Ninh Binh te brengen. Ongeveer 3,5 uur later kwamen we daar aan. We hadden al een homestay geboekt en die bleek echt enig te zijn. Schattige huisjes en hele lieve mensen. We zitten op een paar minuten lopen van een leuk straatje met veel restaurantjes. Daar gelijk maar zo'n puntig strohoedje gekocht dat iedereen hier draagt. Even gegeten (ik voelde me ondertussen iets beter en zonder eten ga je je ook niet fitter voelen) en plannen gemaakt voor de komende 2 dagen. De bedoeling is dat we een boottocht gaan maken over de rivier, tussen de zelfde soort bergen als die in Halong Bay, alleen hier staan ze niet in het water maar op het land. Ook gaan we een scootertje huren om zelf naar wat mooie plekken in de buurt te gaan. Genoeg leuks weer om naar uit te kijken dus...

Hanoi to start with

Het is zover! Na alle voorpret gaan we nu eindelijk op vakantie! Backpacks ingepakt, veel te veel kleren meegenomen natuurlijk, 10,1 kilo op de rug en gaan! We werden opgehaald door Danja's vader die ons keurig op Schiphol afzette. Eenmaal in het vliegtuig van Lufthansa riep de piloot al vrij snel om dat we nog niet konden vertrekken. Precies een uur na de geplande vertrektijd stegen we dan eindelijk op. Eerst naar München, daar overstappen op het volgende vliegtuig naar Bangkok voor de langste vlucht van ruim 10 uur, waar we vrijwel non-stop voorzien werden van eten en drinken, en dan het laatste stukje naar Hanoi. Daar aangekomen konden we aansluiten in een lange rij voor de paspoortcontrole. Toen ik eindelijk aan de beurt was bleek dat we in de verkeerde rij stonden en we eerst nog ergens anders ons visum moesten regelen. Konden we dus weer helemaal terug, naar een andere lange rij om daar het visum te halen en vervolgens dus opnieuw in de rij voor de gewone paspoortcontrole. En dat viel niet mee na een nachtje doorhalen, want echt veel hadden we niet geslapen. Vol verwachting liepen we naar buiten waar een mannetje van het hotel ons zou opwachten. Helaas, geen mannetje van het hotel te bekennen. Daarom maar een gewone taxi genomen die ons in een half uurtje naar ons hotel in het oude centrum bracht. Het is hier warm, druk, chaotisch en gewoon heerlijk Aziatisch. Nu kan het genieten gaan beginnen. Ik ben benieuwd wat deze bruisende stad en de rest van Vietnam ons gaat brengen.. Stay tuned!

Lekker loempia

Jaaa we mogen weer bijna! Na een weekje wintersport rond de jaarwisseling en een lang weekend Praag onlangs is het weer tijd voor een wat exotischere bestemming. Begin augustus halen we de backpacks weer van zolder om af te reizen naarrr... Vietnam! Het land van loempia's, strohoedjes, Viet Cong en scooters.

Dit keer heb ik niet alleen Ruben als mijn reisgenoot maar zullen ook onze BFF's Laurens en Danja meegaan op avontuur. Al zo'n twee jaar geleden, om precies te zijn op Kings of Hardstyle in Nijmegen, ontstond het idee om gevieren naar Vietnam te gaan. Wij hadden echter de Transmongolië express op onze planning staan voor het jaar er op en zo kwam het dat Vietnam nog een jaartje opgeschoven werd. Er worden wel eens vaker plannen gemaakt op festivals en niet zelden komt er niets van terecht maar dit plan heeft vanaf begin dit jaar serieuze vormen aangenomen. Zo werden er data geprikt en vliegtickets geboekt en kon het plannen gaan beginnen. Daar lag natuurlijk een schone taak voor mij als eeuwige reisleider weg gelegd. Nou is Ruben doorgaans niet zo van het meedenken en vindt hij het al gauw goed, dit keer heb ik het echter ook met 2 andere veeleisende personen te doen. Oke, dat is een grapje. Ze zijn niet zo moeilijk :)

Met de lonely planet en internet bij de hand ontstond al gauw een globale planning. Waar het vorig jaar met de Transmongolië express nog noodzaak was om elke dag van te voren nauwkeurig te plannen, treintickets te boeken en hotels te reserveren, is dat voor Vietnam, een land in het altijd makkelijk bereisbare Zuidoost-Azië, helemaal niet nodig. Wel ligt de route ongeveer vast, met genoeg ruimte voor aanpassingen als we daar eenmaal zijn. We beginnen in Hanoi, de hoofdstad van Vietnam. Deze stad ligt in het noorden van dit langgerekte smalle land. Vanuit Hanoi zullen we naar het zuiden reizen, op weg naar Ho Chi Minh City, ook nog steeds wel Saigon genoemd. Onderweg zal een mix van stad, natuur, strand en cultuur de revue passeren. En dat alles in 3 weken.

Inmiddels is bij menigeen wel bekend dat mijn hart sneller gaat kloppen van Zuidoost-Azië en dit land staat al lang op mijn bucket list. Ik kan dan ook niet wachten om aan deze reis te beginnen. Datzelfde geldt (hoop ik, ga ik vanuit..) voor mijn 3 reisgenoten. Ik zal jullie tijdens onze vakantie weer deelgenoot maken van onze avonturen en ik hoop dat jullie (weer) mee zullen genieten.